Een zelfstandig naamwoord is een woord dat kan staan als enige naamwoord in een zin. Het geeft aan wie of wat er bedoeld wordt. Sommige zelfstandige naamwoorden kunnen veranderen, afhankelijk van de context waarin ze voorkomen. Andere zelfstandige naamwoorden zijn onveranderlijk, zoals landen of continenten. In het Nederlands hebben we ook woorden die alleen maar zelfstandig kunnen voorkomen, en dat noemen we enkelvoudige zelfstandige naamwoorden. Het meervoud van sommige woorden kan verwarrend zijn, en daarom is het belangrijk om te weten hoe je deze moet vormen.
Zelfstandig naamwoord herkennen
Eén van de manieren waarop je een zelfstandig naamwoord kunt herkennen, is door te kijken of het woord een lidwoord heeft. In het Nederlands gebruiken we de lidwoorden 'de' en 'het'. Als een woord geen lidwoord heeft, is het waarschijnlijk een zelfstandig naamwoord. Een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord vind je in deze zin: 'Ik ga naar school.'
In deze zin is het woord 'school' het zelfstandig naamwoord. Het geeft aan waar ik heen ga, namelijk naar school. Er staat geen lidwoord voor het woord 'school', dus we weten dat het een zelfstandig naamwoord is.
Een andere manier om te bepalen of een woord een zelfstandig naamwoord is, is door te kijken of je er een werkwoord bij kan gebruiken. In de volgende zin zie je hier een voorbeeld van: 'Hij fietst elke dag naar school.' In deze zin is het woord 'fietst' het werkwoord, en het woord 'school' is het zelfstandig naamwoord. Als je het woord 'fietst' weghaalt, blijft de zin nog steeds overeind: 'Hij gaat elke dag naar school.' Dit betekent dat het woord 'school' een zelfstandig naamwoord is.
Zoals je kunt zien, is het herkennen van zelfstandige naamwoorden soms best lastig. Maar gelukkig zijn er ook veel manieren waarop je ze kunt gebruiken in een zin, en daardoor kun je er vaak wel achter komen wat het juiste woord is.
Enkelvoud of meervoud?
Een van de dingen die mensen vaak verwarrend vinden, is het onderscheid tussen enkelvoud en meervoud. In het Nederlands gebruiken we vaak woorden in het enkelvoud, maar soms ook in het meervoud.
In de volgende zin is het woord 'boek' bijvoorbeeld in het enkelvoud: 'Ik lees een boek.' Als je dit woord vervangt door een ander woord, blijft de betekenis van de zin gelijk. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Ik lees een verhaal.' In beide gevallen lees ik iets, maar het enige verschil is het soort tekst dat ik lees.
In de volgende zin is het woord 'boeken' in het meervoud: 'Ik lees veel boeken.' Als je dit woord vervangt door een ander woord in het meervoud, blijft de betekenis van de zin ook gelijk. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Ik lees veel tijdschriften.' Of: 'Ik lees veel boeken over geschiedenis.' In beide gevallen lees ik meerdere dingen, maar het enige verschil is het soort tekst dat ik lees.
Soms kan het lastig zijn om te bepalen of een woord in het enkelvoud of meervoud staat. Een manier waarop je dit kunt doen, is door naar de context te kijken. Als je weet wat er in de zin bedoeld wordt, kun je vaak wel achterhalen of het woord in het enkelvoud of meervoud staat.
Zelfstandig naamwoorden veranderen soms van vorm
Sommige zelfstandige naamwoorden veranderen van vorm, afhankelijk van de context waarin ze voorkomen. Dit komt omdat er in het Nederlands verschillende soorten zelfstandige naamwoorden zijn. Er zijn drie soorten zelfstandige naamwoorden: enkelvoud, meervoud en onzijdig.
Enkelvoudige zelfstandige naamwoorden
Enkelvoudige zelfstandige naamwoorden gebruiken we als er één ding of persoon wordt bedoeld, bijvoorbeeld 'boek' of 'kind'.
Meervoudige zelfstandige naamwoorden
Meervoudige zelfstandige naamwoorden gebruiken we als er meerdere dingen of mensen worden bedoeld, bijvoorbeeld 'boeken' of 'kinderen'.
Onzijdige zelfstandige naamwoorden
Onzijdige zelfstandige naamwoorden hebben geen lidwoord en kunnen niet in het enkelvoud of meervoud voorkomen, bijvoorbeeld 'water' of 'licht'.